Onlangs las ik in de krant van 15 september een interessant artikel dat mij aan het denken zette (NRC: zaterdag 15 en zondag 16 september, p. 18-19 katern Leven). Dit artikel benoemt een onder studenten vaak voorkomend probleem, genaamd keuzestress. Hoe meer opties er zich voordoen, hoe moeilijker het is om een besluit te nemen en hoe meer je daarvan als mens last kan hebben of zelfs ongelukkig van kan worden.

In onze westerse maatschappij hebben we steeds meer en heel veel te kiezen dankzij onze hoge welvaart. Dat geldt niet alleen voor bijvoorbeeld de keuze van een restaurant, een telefoon of een pak melk in de supermarkt, maar ook voor de keuze van een opleiding en meer in het bijzonder van een masteropleiding. Keuzevrijheid en het aanbod van verschillende opleidingen zijn natuurlijk heel goed, maar deze zelfde keuzevrijheid kan ervoor zorgen dat studenten gestrest of in paniek raken of gedemotiveerd (Barry Schwartz, The paradox of Choice). Door maar lang genoeg alle opties af te wegen, te analyseren en er nog meer opties bij te betrekken, belanden veel studenten in een soort fase van algehele lamlendigheid, navelstaren of doelloos op de bank blijven zitten. Met name de student die van zichzelf wat meer perfectionistisch is aangelegd heeft hier veel last van. Uit angst om een zogenaamde “verkeerde keuze”te maken, neemt men liever geen besluit. Met alle gevolgen van dien…

Maar wat kun je hier nu tegen doen en hoe zorg je dat je wel tot een besluit komt zonder onnodig veel stress en/of frustratie? Hieronder volgen enkele tips.

  1. Realiseer je dat het proces voorafgaand aan een keuze vaak wel enige tijd kost, maar dat kiezen ook een beetje verliezen is; you can’t have it all. Dus als master A je net iets meer aantrekt dan master B, accepteer dan dat de twee vakken binnen B aan je neus voorbij gaan (dit om ook het zogenaamde “stapelen” te voorkomen en dus maar twee of drie masters te volgen).
  2. Je kan geen verkeerde keuze maken; laat de gedachte los dat je hele leven afhangt van een keuze voor master A of B en ervaar in de praktijk hoe de master A of B voor je is. Mocht master A echt tegenvallen; niets aan de hand, dan kun je alsnog met wat kunst en vliegwerk master B gaan volgen.
  3. Probeer tevreden te zijn met “goed” in plaats van “perfect” en hang een briefje boven je bureau met “goed is goed genoeg”, of zoals Voltaire het omschreef: “Don’t let perfect be the ennemy of the good”.
  4. Kom uit je isolement, vergeet de kritische stemmen om je heen of in je hoofd en ga in gesprek met mensen om je heen die al eerder hebben gekozen. Met andere woorden: wat betekent een en ander in de praktijk, in het werkveld? De meeste studiegenoten van mijn generatie zijn al lang niet meer werkzaam binnen het specifieke gebied van afstuderen. Zo wordt een arbeidsrechtjurist een strafrechter, een civiel jurist een recruiter, een insolventie- advocaat een beleidsmedewerker bij de overheid, een arts een inspecteur bij de gezondheidszorg etc.
  5. Stel voor jezelf een paar criteria op die voor jou belangrijk zijn en blijf daar aan vasthouden. Wees flexibel en stel jezelf regelmatig de vraag: wat is er nu het ergste dat er kan gebeuren als ik kies voor A?

Succes met kiezen en veel plezier gewenst met je keuzes nu en straks!